Peter-Jan en ik hebben natuurlijk een gedeeld belang. Uiteindelijk willen we allebei dat we voor Joordens Zaden rassen ontwikkelen die geschikt zijn voor de markt. Daar hebben we elkaar voor nodig. Gelukkig gaat dat ook goed.
Dat wat ik zie bij klanten op het veld, op demovelden en hoor in de markt neem ik mee in de overleggen met de veredelaars. Daar moeten we samen de keuzes maken waar we ons op richten in de veredeling. En dat is niet altijd makkelijk.
Daar heeft Peter-Jan een punt. Het is altijd zoeken naar de balans tussen kwaliteit en kwantiteit. Maar ook tussen de mogelijkheden die we horen van bijvoorbeeld Wageningen UR en de beschikbare budgetten om nieuwe eigenschappen in te kunnen kruisen. “Kruis ’t maar even in…” horen we hier wel eens… Maar zo werkt dat natuurlijk niet.
We begrijpen allemaal dat het werk nooit af is. En dat naast vernieuwing en verbetering ook gewoon de dag-dagelijkse werkzaamheden gebeuren moeten. We prikken dan ook bewust 2x per jaar een datum waarop we met z’n allen de presentaties met voorstellen doorlopen en knopen doorhakken.
Kruisingen maken, oogsten, schonen, beoordelen, ik vind de afwisseling erg prettig. En steeds vaker kan ik ook buiten de deur op een proefveld gaan kijken. Dan zit ik nog dichter op de resultaten en kan ik met die informatie van klanten weer de verbinding zoeken met productmanagement.
Uiteindelijk krijgen we zo mooi alle voor- en nadelen op een rijtje. En dan zijn we precies waar we zijn willen. Het beste voor onze klanten.
